zaterdag 24 december 2011

Het leven is vurrukkulluk


Het leven is vurrukkulluk, van Remco Campert  

Biografie

Remco Campert is geboren in Den Haag op 28 juli 1929. Hij was een dichter en een schrijver. Het dichten kwam van zijn vader, die ook een dichter was. Zijn moeder was een actrice. Hij had geen makkelijke jeugd. Hij is eerder met zijn Gymnasium gestopt en besloot te gaan schrijven.
Hij heeft veel dingen geschreven, bijvoorbeeld:
- Ten lessons with Timothy, zijn eerste gedichten bundel in 1950,
- Nieuwe Herinneringen, De laatste gedichten bundel tot nu toe, in 2007
Informatie over zijn huwelijk en zijn moeilijke jeugd, zijn hier te vinden.


Verwachting van het boek

Ik had eigenlijk niet echt een verwachting bij dit boek. Misschien zou het gaan over een groep vrienden die op vakantie gaan naar een heerlijk warm land en daar de wildste avonturen beleven. Of iemand die een super lui leven leefde. Het boekje zag er wel vrolijk uit, met al die gekleurde letter op de kaft.

Taalgebruik

Remco Campert speelt in het verhaal veel met woorden. Zoals hij zelf in het boek omschrijft: ‘Met taal die tinkelt in het glas en humor die bruist op de tong.’
Een paar voorbeelden van zijn woord spellen:       
- Marry-you-Anna   = marihuana
-  Zoete zestien = sweet 16
- teerst       = het eerst

Ik denk dat hij deze woordenspellen maakt, om het verhaal dynamisch te maken. Hiermee maakt hij, het verhaal leuker om voor jongeren te lezen. 
Ikzelf vond het juist niet leuk, ik begreep niet elk woordspel en soms werd het een beetje irritant.

Filmpje


Over het boek is een documentaire gemaakt. Hier een link naar die documentaire.
Hierin is te zien hoe het in die tijd eraan toeging. De tijd waarin het zich afspeelt zijn de vijftig/zestigen jaren. Dit is de tijd van de Rock-’n-roll, jazz en jongeren die wel in waren voor een feestje. Voor deze feestjes gingen naar een jazzcafĂ©, waar veel werd gedanst. De dames waren zwaar opgemaakt, ze maakten hun wenkbrauwen donker met oogpotlood en deden witte lippenstift op. De mannen hadden vaak vetkuiven en reden op een brommer. Ruige jongeren waren het dus.
De jongeren waren erg liberaal. Er kwam een begin aan het gebruik van drugs, voornamelijk marihuana. In het boek en het filmpje wordt gesproken over ‘pleiners’, ook wel artistiekelingen. Dit was een subcultuur van jongeren in de jaren 50. Het waren kunstzinnige en filosofisch jongen, die vaak naar jazz luisterden. Ze hingen vaak op straat, waar werd gepraat en gediscussieerd.

zondag 11 december 2011

Reinaert de vos


Reinaert de vos

Met school hebben wij Reinaert de vos gelezen, hier hebben wij een opdracht over gemaakt:

Wij hebben gekozen om opdracht 3 te doen: Kritiek op de maatschappij.

In het verhaal komen verschillende standen zwaar onder vuur te liggen. Wij gaan per stand uitwerken welke kritiek naar voren wordt gebracht. In het verhaal kon er kritiek worden geuit op de maatschappij omdat de hoofdpersonen dieren waren. Zo kon de schrijven niet worden beschuldig van schending op de maatschappij.

De standenmaatschappij in de Middeleeuwen:

1.      Koning
2.      Geestelijken
3.      Adel
4.      Boeren en burgers

 
Er was geen sprake van eerlijk verdeling. Je stand werd bepaald door je afkomst. Waren je ouders boer, dan werd jij ook een boer. Stand 1, 2 en 3 waren bevoorrecht op de andere standen. Zij hoefden bijvoorbeeld geen belasting te betalen. De boeren, stand 4, hadden het echter veel slechter. Zij hadden geen rechten, alleen plichten en werkten voor de adel. Ze moesten ook veel belasting betalen.


Koning Nobel:
De Koning in het verhaal is koning Nobel. Koning Nobel heeft een hoog aanzien, maar is in werkelijkheid dom. De schrijver schetst hem als iemand die misbruik maakt van zijn macht. De machthebbers zijn corrupt. Hij stuurt alleen vazallen om dingen te doen en wacht zelf af.
Een voorbeeld hiervan: Reinaert vertelde over de zogenaamde schat. De koning stuurde Belijn de ram en Cuwaert de haas om Reinaert te vergezellen op zijn reis om de schat te zoeken.
De schrijver bekritiseert ook het rechtssysteem, dat niet goed in elkaar zit.

Pastoor (Pape):
In het verhaal komt ook een pastoor voor. Hij wordt in een kwaad daglicht gesteld. De pastoor leeft een luxe leven. De schrijver schrijft dat de pastoor naakt zijn bed uit komt, ook al was het gebruikelijk om naakt te slapen, dit werd niet van geestelijken verwacht. De pastoor heeft ook een vrouw; Julocke, terwijl geestelijken geen vrouw mogen hebben en al helemaal geen seks.



Adelen: De vazallen
In het verhaal werden de vazallen als slaaf gebruikt van de koning. Zijn moesten opdraaien voor alle vuile en gevaarlijke kluisjes. Ze werden op pad gestuurd om uit te zoeken wat Reinaert de Vos allemaal van plan was en om al zijn listen uit te vogelen.

De boeren:
De boeren worden door de schrijver geschetst als een kwaadaardig en gewelddadig volk. Veel kritiek kunnen ze niet op de boeren leveren want de verhalen werden verteld aan de boeren en de burgers.

De burgers:
Hier geldt hetzelfde zijn als bij de boeren, er konden geen slechten dingen wordt gezegd over de burgers, want de verhalen werden rond verteld door de vertellers aan de burgers en boeren. Ze werden wel beschreven als een dom volk, zij lieten Bruun de beer gaan, terwijl Julocke in het water lag. Ze geloven alles wat de pastoor zegt.